dinsdag 25 oktober 2011

Hiep hiep..hoera!

Of het nu virtueel is of niet: wie jarig is viert een feestje. Daarom bij deze een digitale taart en een met pixels gevormde slinger, want het is alweer een jaar geleden dat Meisje Nooit Genoeg door middel van dit blog het levenslicht zag. Een klein jubileum, dat naar mijn bescheiden mening best gevierd mag worden. Pak dus een vork, zet je feestmuts op en zing uit volle borst: Hiep hiep..hoera!


'Ik blog dus ik ben?'; dat was de titel van het eerste blogbericht dat precies een jaar geleden van mijn hand verscheen. Een bericht waarin ik voorzichtig mijn eerste letters de digitale wereld instuurde, met in mijn achterhoofd de vraag: gaat dit wat worden? Zitten mensen te wachten op mijn stukjes?
'Leuk schrijven' is een relatief begrip en nog steeds ben ik van mening dat 'leuk schrijven' een label is dat aan veel mensen toegedicht kan worden. Hoge verwachtingen had ik van tevoren dan ook niet, maar ik besloot in ieder geval de gok te wagen en te kijken waar het schip zou stranden. Immers, wie niet waagt, die niet wint.

En zo zijn we inmiddels een jaar verder. Een jaar met 365 dagen, 12 maanden en 50 blogberichten op de teller. Daar waar ik van tevoren nog bang was dat ik misschien niet genoeg inspiratie zou hebben om steeds een nieuw stukje op het digitale papier te krijgen, bleek ik aan onderwerpen juist niets tekort te hebben. In de kleinste dingen kon ik ineens al een potentieel verhaal zien en de kunst was steeds om al die onderwerpen in een (relatief) kort en krachtig stukje te verwoorden. Van persoonlijke verhalen, tot korte gedichtjes of wat meer maatschappelijke onderwerpen: alles (en iedereen) kon als inspiratie dienen en zo was het sommige weken zelfs kiezen welk verhaal door Meisje Nooit Genoeg opgetekend mocht worden.

Er wordt wel eens gezegd: time flies when you're having fun. Nou, ik kan bij deze met volle overtuiging zeggen dat ik ontzettend heb genoten van ieder stukje dat het afgelopen jaar is verschenen. Nooit had ik kunnen vermoeden dat ik dit jubileum zou kunnen vieren en ik ben dan ook best trots op het kleine archief dat ik in een redelijk korte tijd heb weten te creëren. Natuurlijk is de insteek van een blog vaak vooral om andere mensen te vermaken, inspireren of raken, maar ik  ben er ook achter gekomen dat ik het vooral voor mezelf ontzettend leuk en bevredigend vind om van dagelijkse onderwerpen steeds een nieuw klein verhaal te maken.

Een schrijver wil ik mijzelf absoluut nog niet noemen, maar er is met dit blog wel een klein vlammetje aangewakkerd, waar ik graag een groter kampvuur van zou willen maken. Hoe ik dit precies ga doen, weet ik nog niet, maar ik spreek bij deze met mijzelf af dat ik in 2012 de sprong ga wagen. Met een opleiding, sollicitaties naar lokale kranten of misschien iets richting communicatie. De mogelijkheden zijn eindeloos en waar een wil is, is een weg.
En wordt het niets, dan halen we de vlag niet meteen naar binnen. Dan bouw ik gewoon voor mezelf een feestje, inclusief lettervermicelli. Want als er één ding is waar ik na dit jaar wel over uit ben, dan is het dat er misschien wel veel mensen mogen zijn die 'leuk schrijven', maar dat dit komt doordat schrijven ook gewoon heel leuk ís. En ach, zoals ik al zei: 'leuk' is een relatief begrip. Wie wil lezen, leest en wie het niets vindt, klikt lekker verder. Het belangrijkste is dat ik heb genoten en hopelijk hier en daar een lach op iemands gezicht heb weten te toveren.

Bij deze wil ik dan ook iedereen bedanken die het afgelopen jaar heeft gereageerd, onderwerpen heeft aangedragen of zelfs als stiekeme inspiratie heeft gediend. Zonder jullie bijdragen was dit blog nooit geworden  zoals deze nu is. Neem dus nog een stuk taart, dan schenk ik de bubbels in. Het feest is pas net begonnen! Als schrijvend Meisje kun je immers Nooit Genoeg hebben.

woensdag 19 oktober 2011

Licht: een verschil van dag en nacht

Er is in onze buurt iets geheimzinnigs aan de hand. Hoe het komt of wat de reden er precies van is, ik weet het niet, maar het is nu al meerdere malen voorgekomen dat de straatverlichting in onze wijk overdag aan staat en 's avonds uit.
Boeiend, zul je nu wellicht denken. Maar los van het feit dat het natuurlijk niet zo praktisch is van de gemeente om de straatverlichting op deze manier zijn werk (niet) te laten doen, vind ik het ook wel wat hebben.

De eerste keer dat ik het meemaakte was ongeveer twee maanden terug. Ik ging 's avonds op pad met de fiets en zodra ik de poort uitreed viel me op dat het toch wel erg donker was op straat. Eerder had ik er nooit bij stil gestaan, maar nu kwam ik erachter hoeveel licht een straatlantaarn eigenlijk geeft (en hoe donker het dus is als hij niet schijnt). Een beetje onwennig reed ik de straat uit en was blij dat ik zelf wel een lampje op mijn fiets had. Maar hoe verder ik mijn fietstochtje vorderde, hoe meer de onwennigheid van mij afviel en des te leuker ik deze roadtrip in het donker begon te vinden.


Het was een heldere avond en 'wow!' wat kon ik ineens veel sterren zien! Het was alsof ik zonder kunstmatig licht ineens de 'echte' wereld mocht aanschouwen. Met mijn hoofd omhoog fietste ik door de straten, bijgeschijnd door het natuurlijk licht van de maan. Ineens was ik weer 8 jaar terug, in de outback van Australië. Een plek waar straatverlichting niet bestaat en waar je niet een paar sterren, maar de gehele melkweg boven je hoofd kan zien zweven. Tientallen vallende sterren vormen de feestverlichting van de natuur en wanneer het volle maan is, lijkt het net of iemand daarboven een felle lamp heeft aangezet. Waar je ook kijkt, is een grote donkere leegte. Geen teken van beschaving of ander menselijk handelen. Hier wordt dag en nacht bepaald door de rotatie van de aarde en hangt de hoeveelheid licht niet af van de hoeveelheid lantaarns, maar van de wolken en de stand van zon of maan. Piepklein voel ik me ineens en....

BOEM! Tegen een paaltje op gereden. Tja, donker hè, niet gezien. In de outback plaatsen ze dit soort onnozele obstakels ook niet. Snap wel meteen waarom straatverlichting hier dan ook wél nodig is (helaas). Voor de veiligheid is het dan misschien ook wel beter dat de verlichting binnenkort weer volgens normaal programma werkt. Maar voor mijn eigen 'herinneringstochtjes' mogen er best nog wel wat van die écht donkere avonden komen.

woensdag 12 oktober 2011

De helse zoektocht naar het bij(na)baantje

Nog maar een kleine drie maanden en dan gaan we op reis. Reizen is op zijn zachtst gezegd een leuke bezigheid, maar kost wel geld. Wie een paar maanden wil reizen, zal dus moeten sparen. En om een beetje te kunnen sparen, zul je moeten werken (of een winnend staatslot in bezit hebben, maar dat komt bij mij helaas nooit voor). Toen ik begin juni te horen kreeg dat ik na de zomer nog maar een contract voor drie dagen zou krijgen, ben ik dan ook meteen fanatiek en vol goede moed begonnen met het zoeken naar een bijbaantje. Het hoefde niet per se een 'goede' baan te zijn, maar gewoon wat 'simpels' om voor twee dagen wat extra geld te verdienen. Niet zo moeilijk zou je denken. Nou, daar heb ik me toch lelijk op verkeken...

Het begon allemaal met mijn eerste sollicitatie bij de sauna waar ik regelmatig kom. Op de site had ik gelezen dat ze mensen zochten voor in de bediening. Zag er leuk uit, dus binnen een dag was een brief geschreven en verstuurd. Met een beetje geluk zou ik zelfs voor de zomer al aan de slag kunnen (dacht ik toen nog met mijn naïeve hoofd). Vrij snel werd ik inderdaad teruggebeld, maar wat bleek; ze zochten geen vaste mensen voor in de bediening, maar oproepkrachten voor af en toe in het weekend. De eigenaresse gaf aan dat het echt maar voor een paar uurtjes zou gaan en dat ze sowieso geen garanties kon geven, dus dat ging hem voor mij niet echt worden. Wel 'fijn' dat ze even meteen op de site hadden vermeld dat het om een oproepkracht ging. Had me weer een sollicitatiebrief kunnen schelen.

Maar goed, niet getreurd, de bijbaantjes liggen voor het oprapen, dus ik zal vast zo wat anders gevonden hebben. Bijvoorbeeld bij dat leuke café op het station. 'Enthousiaste bedieningsmedewerkers gezocht', stond er op de deur. De eigenaar was niet aanwezig, dus per mail mijn enthousiaste sollicitatie verstuurd. Een week later krijg ik bericht: 'Beste Meisje Nooit Genoeg, dank voor je leuke en uitgebreide sollicitatie. Helaas zijn we op dit moment al voorzien en zoeken we pas per september weer nieuwe mensen. Mocht je tegen die tijd nog interesse hebben, dan kan je natuurlijk altijd nogmaals contact opnemen.' Ehm...medio september zegt u? Waarom hangt er dan nu (begin juni) een briefje dat jullie personeel zoeken?!

Ja, dit klinkt misschien als een goede grap, maar bovenstaand geintje is helaas meer dan één maal bij mij uitgehaald. Zo had ik ook op de site bij een plaatselijke lunchtent gelezen dat ze mensen voor in bediening zochten. Maar nadat ik met c.v. en al meteen op de fiets was gesprongen om mijzelf van mijn beste kant aan te prijzen, kreeg ik als antwoord 'Ja, dat staat inderdaad op de site, maar dat hebben we er eigenlijk alleen op staan voor het geval we wél mensen zoeken. Het vinden van goed personeel als je het nodig hebt is vaak moeilijk, maar nu hebben we helaas hebben niemand nodig.' Dus..daar sta je dan met je goede gedrag.

Dan maar iets zoeken in de andere hoek. Schoonmaken. Daar zal toch wel werk in te vinden zijn? Lekker bezig zijn, prima uren en verdient vaak niet slecht. Ik zeg: geef mij die poetsdoek maar! Ja, dat denken dus meer mensen met mij. De twee bedrijven die ik had aangeschreven waren allebei voorzien (tenzij ik ergens in Leersum wilde poetsen, maar dat gaat zonder auto nogal lastig) en zelfs de schoonmaakpoule van het uitzendbureau zat vol! Sterker nog, van de drie uitzendbureaus die ik langs ben geweest was er slechts één die wel wat voor mij had: rijstwafels inpakken achter de lopende band (ik laat maar achterwege wat ik met dat aanbod heb gedaan).

En toen waren er naast de oproepkrachten en baantjes in de toekomst ook nog de vele bedrijven die überhaupt niets lieten horen op de brieven die ik ze heb geschreven. Kledingwinkels, warenhuizen, restaurants..Het is op de huidige arbeidsmarkt blijkbaar teveel gevraagd om in ieder geval netjes een reactie te geven wanneer iemand de moeite neemt om te solliciteren. Zo stond bij een lokale kroeg de hele zomer een  bord naast het terras met het bericht dat ze mensen zochten, maar denk je dat ik ooit wat heb gehoord op de twee mails die ik heb gestuurd en de keer dat ik langs ben gelopen om aan te geven dat ik per direct beschikbaar ben?

Daar waar ik voor de zomer nog dacht dat een bijbaantje zo gevonden zou zijn, begon ik tegen het einde van juli toch wel lichtelijk bezorgd te raken. Wat als ik straks toch niks zou vinden? Ik begon steeds wanhopiger te worden en voelde me - met zo'n 5 sollicitaties per week - inmiddels een ware 'sollicitatiehoer'. Bij ieder bedrijf dat ik in de buurt tegenkwam, onthield ik de naam en zocht op de site naar vacatures in de hoop dat ze daar net wél een baantje voor me zouden hebben.

Maar ook de Swirls, de La Place, de post en meerdere cateringbedrijven hadden niets voor mij te bieden. En dan heb ik het nog niet eens over de onbeschofte reactie van de bio-supermarkt of mijn groepssollicitatie (en afwijzing) bij de Zara, waar ik zo nog een apart blog aan zou kunnen wijden.
Ik heb op een gegeven moment zelfs al mijn principes opzij gezet om een gesprek aan te gaan bij een callcenter. Een baantje dat ik ooit enige tijd heb gedaan, maar waarvan ik altijd heb gezegd dat ik het nooit, maar dan ook nooit meer zou doen! Maar goed, een kat in het nauw maakt rare sprongen, dus zo zat ik een paar dagen later op gesprek met een gemaakte glimlach te vertellen dat ik het natuurlijk hartstikke leuk vind om goede doelen loten aan arme zielen te verkopen. Iedere vezel in mijn lichaam schreeuwde dat ik daar niet wilde zijn, dus het was uiteindelijk haast een geluk bij een ongeluk toen bleek dat ik om aangenomen te worden toch echt een training moest volgen, maar dat deze vier weken lang precies op de verplichte werkdag van mijn huidige baan viel.

Maarja, niet in het callcenter aan de slag, betekende ook nog steeds geen baan. En het was inmiddels toch al echt half augustus. De tijd begon te dringen...
Maar, zoals het wel vaker gaat, precies op het moment dat je denkt dat alles in de soep loopt en dat het je echt niet meer gaat lukken om wat te vinden, is daar ineens het verlossende mailtje: de bioscoop! Ik had er eind juni al gesolliciteerd, maar nu kreeg ik te horen dat ik ook op gesprek mocht komen. Na wat over en weer ge-mail voor een juiste datum, had ik in de laatste week van augustus een gesprek. En het was zowaar zelfs een erg leuk gesprek! Ik kreeg helemaal zin om aan de slag te gaan en was blij dat ik eindelijk een leuke en prima bijbaan had gevonden. Tekenen dat contract dus een aan de slag!

Niet dus...ik kreeg een aantal dagen later wel te horen dat ik aangenomen was, maar op dat contract moest ik nog even wachten. Dat 'even' werd één week, twee weken.. En toen ik na drie weken nog niets in mijn brievenbus had ontvangen, besloot ik toch maar eens polshoogte te nemen om te kijken hoe het ermee stond. Het antwoord: Sorry, om technische redenen (technisch? Is de printer stuk ofzo?) is het contract wat verlaat, wij vragen je nog even geduld te hebben. Mm..oké. Dat het inmiddels al half september was, dat was blijkbaar geen probleem. Zo gingen dus weer twee weken voorbij. Totdat ik afgelopen zondag een telefoontje kreeg: 'Hallo, met de bioscoop in Veenendaal. We wilden even melden dat je contract er medio (alleen dat woord al!) volgende week aan komt enne..nu we je toch spreken, we zitten vandaag een beetje omhoog; lijkt het je leuk om vanmiddag alvast een dienst te komen draaien?' Wacht even, dus ik wacht meer dan vier weken op mijn contract, had al die tijd al aan de slag gewild, maar nu het jullie goed uitkomt, mag ik ineens wel zonder contract aan het werk?! Ja, zo werkt het dus niet. Ik heb dus vriendelijk bedankt en vermeld dat ze dat contract ook niet meer hoefden op te sturen.

Ja, en nu zit ik hier dus. Half oktober en nog steeds zonder extra baan en dus extra geld. De hoop om nog wat te vinden heb ik - met nog maar twee maanden te werken - inmiddels opgegeven. Ik heb nog één ding uit staan, maar ook daar verwacht ik niet echt veel meer van.
En hoewel ik echt het gevoel heb dat ik er ontzettend veel aan heb gedaan om wat te vinden, kan ik me tegelijkertijd niet onttrekken van het knagende gevoel dat ik misschien toch te kritisch ben geweest. Wat nou als ik wél dat baantje bij de sauna meteen had aangenomen? Dan had ik inmiddels toch best wel wat uurtjes kunnen maken? Of wat als ik toch dat mondkapje had voorgedaan en gewoon met verstand op nul rijstwafels was gaan inpakken? En als ik de bioscoop nou niet had afgekapt?

Achteraf praten is altijd makkelijk, maar ik had van tevoren echt niet kunnen bedenken dat deze zoektocht op deze manier zou eindigen. Gelukkig gaat de reis door, ongeacht of er nu nog wat extra's op mijn pad komt of niet. En ach, mocht het niets meer worden, dan pluk ik in Nieuw Zeeland wel wat kiwi's extra. En vraag ik voor mijn verjaardag gewoon dat winnende staatslot!

maandag 3 oktober 2011

Weet wat je eet (pt. 2)

In mijn vorige blog heb ik het gehad over de scheve machtsverhoudingen in de voedselindustrie en hoe voedsel onze wereld verandert. Wie echter denkt dat de problematiek rond eten zich alleen ver weg en in arme landen afspeelt, zou nog eens goed naar zijn eigen bord met eten moeten kijken. Want; als jij weet wat je eet, zou je het dan nog eten?

Wie wel eens het programma ‘Keuringsdienst van Waarde’ kijkt, weet dat we als consument vaak genept worden waar we bij staan. We kopen knoflook die twee jaar oud is, drinken wijn aangelengd met water en denken gezond te doen met donker volkorenbrood dat niets meer blijkt te zijn dan witbrood gekleurd met verbrande mout. Veel producten zijn niet wat ze lijken te zijn. Daar waar je vroeger precies wist waar je eten vandaan kwam en hoe het was gemaakt, kopen we tegenwoordig al onze producten gedachteloos in de supermarkt en hebben daarbij vaak geen idee wat we uiteindelijk precies in onze mond stoppen. En het erge is; misschien is het maar goed ook dat we niet alles weten.

Zo zou je voor de gein tijdens je rondje supermarkt eens moeten kijken op de etiketten van de producten die je koopt. Kipfilet gewoon een stukje van de kip en aardbeienyoghurt gemaakt van aardbeien? Het zou mooi zijn als het echt zo was. Helaas krijg je in plaats van een opsomming echte voedingsingrediënten en hele waslijst aan E-nummers, toegevoegde suikers, zout en onbegrijpelijke namen als maltodextrine of gemodificeerd maïszetmeel. Is er iemand die mij kan vertellen waarom er suiker moet worden toegevoegd aan een plakje ham of wat varkensgelatine in mijn krabsalade doet? Echt, je slaat soms steil achterover wat voor toevoegingen er allemaal niet worden verstopt in één product!
Natuurlijk zal vast niet alles slecht zijn en begrijp ik ook wel dat sommige toevoegingen wellicht in verband met houdbaarheid noodzakelijk zijn. Maar chemische kleurstoffen toevoegen puur om iets er aantrekkelijker uit te laten zien of ananas-kokosyoghurt waar in totaal slechts 1% ananas en kokos in zit; dat kan bijna niet meer met ‘echt’ eten te maken hebben.

Sowieso zijn we volgens mij de weg een beetje kwijt wat ‘echt’ eten betreft. Hoe komt het bijvoorbeeld dat je steeds meer producten tegenkomt waar allerlei extra dingen aan toegevoegd zijn? Sinaasappelsap met toegevoegde calcium, drinkyoghurt met extra vitamine B, wit brood met volkorenvezels of toetjes voor een betere stoelgang. Het lijkt wel alsof ons eten te pas en te onpas wordt 'gezonder' wordt gemaakt en met extra ingrediënten wordt ‘opgepimpt’. De vraag is alleen: waarom? Zouden we niet gewoon aan onze aanbevolen dagelijkse portie vitamines en mineralen komen als we gewoon gezond en afwisselend zouden eten? En is het niet juist door al die gekke toevoegingen en ingrediënten dat onze darmen op hol slaan en niet meer goed functioneren?

Een andere ontwikkeling die bij bovenstaande ontwikkeling aansluit,  is de steeds prominentere aanwezigheid van het ‘gezonde keuze klavertje’ en het ‘ik kies bewust logo’. Wie regelmatig door de supermarkt loopt, ziet deze keurmerken op steeds meer artikelen verschijnen. Gewoon je mandje volgooien met etiket beplakte producten en 'hoppa' je bent supergezond bezig. Tenminste, dat denk je dan. Ik vraag me echter af hoe een zak chips ineens de stempel ‘gezond’ kan krijgen puur en alleen omdat het 5% minder vet bevat dan gewone chips en waarom het überhaupt nodig is om een klavertje op een flesje water te plakken (wel eens ongezond water te koop zien staan?). Lekker makkelijk is het wel: wij hoeven niet meer na te denken en ondertussen lopen de supermarkten binnen. Het is niet voor niets dat het Gezonde Keuze Klavertje alleen maar staat op huismerkproducten van Albert Heijn. Zolang wij ‘bewust’ kiezen, loopt de Albert Heijn binnen.

En ik denk dat daar ook precies de zere plek ligt. De plek die ik ook al aanstipte in mijn vorige blog: Eten is tegenwoordig niet gewoonweg een bron van voeding meer, maar een product waarbij het vooral draait om macht en geld. Willen wij veel en goedkoop eten? Prima, dan stoppen we toch gewoon 200 in plaats van 20 varkens in een stal. Willen we een gezonde maar vooral ook snelle maaltijd op tafel hebben? Joh, geen probleem, met wat extra vitamines in die magnetronmaaltijd staat je gezonde prakkie in een handomdraai op tafel.
Alles wordt massaler. Meer voor minder is wat we willen en wie zijn de mensen van de voedselindustrie om niet op die vraag in te gaan? Veel mensen hebben geen idee meer wat het is om te betalen voor je eten. Want, nee, het is niet normaal dat je een kilo kip voor een paar euro kunt kopen, of dat bonusaanbiedingen soms tot in de hemel lijken te reiken. Maarja, als je een pond tomaten voor 1euro kunt kopen of eenzelfde pond van de lokale boer voor 2,50 euro, dan is de keuze vaak snel gemaakt.

Ik moet dan ook eerlijk bekennen dat ik het een lastige discussie vind. To eat or not to eat; that's the question. Kies je bewust of kies je goedkoop? Kies Fair Trade of kies je biologisch? En hoe logisch is biologisch eigenlijk?
Wie zich een beetje in dit onderwerp verdiept, ziet al snel door de bomen het bos niet meer. Neem alleen al het product melk. Denk je goed bezig te zijn door je gewone pak te vervangen door een biologisch pak, blijkt dat melk helemaal niet gezond voor je is (bron). Stap je vervolgens over op sojamelk, blijkt dat hier weer allemaal toevoegingen in zitten. En dan heb ik het nog niet eens over alle regenwouden die worden gekapt om al die soja te verbouwen.

Hoe meer ik lees, des te meer ik het gevoel krijg dat het haast onmogelijk is om überhaupt nog goed bezig te zijn met eten. Is het Fair Trade, is het weer niet biologisch en is het vrij van toevoegingen, dan past het weer niet bij de inhoud van mijn portemonnee. Misschien zouden we gewoon allemaal een kip, een koe en een moestuin moeten hebben en gewoon geheel zelfvoorzienend worden. Maarja, als je dan een zomer hebt zoals die van dit jaar, dan zit de kans er dik in dat je alsnog honger moet lijden (onze oogst was welgeteld één groene peper, vier aardbeien en een rotte tomaat).

Wat is dan de oplossing? Tja, als ik daar nou eens een pasklaar antwoord op zou hebben... Ik ben niet iemand om een preek te houden, of iemand te vertellen wat wel of niet te doen (of eten). Zelf ben ik ook geenszins een helig (soja)boontje, dus ik ga ook niet pretenderen biologischer te zijn dan ik ben. Maar aangezien in mijn ogen wel alle kleine beetjes helpen en ook ik daar best een beetje hulp bij kan gebruiken, hierbij een paar korte en simpele punten om zo af en toe eens bij stil te staan als je je boodschappenlijstje schrijft:


  • Eet zoveel mogelijk volgens de seizoenen. Niet alleen beter voor het milieu, maar bovendien ook stukken smaakvoller én goedkoper!
  • Probeer twee keer per week een vleesloze dag in te lassen en probeer de overige dagen de kiloknallers in ieder geval te laten staan. Voor de productie van vlees wordt ontzettend veel graan en soja gebruikt en het zorgt bovendien voor veel uitstoot van broeikasgassen. Wist je dat één dag in de week geen vlees eten op het milieu hetzelfde effect heeft als je auto 1250km minder gebruiken? Er is bovendien steeds meer bio- en scharrelvlees te koop. En het verschil proef je!
  • Probeer eens een dagje alleen producten te kopen die niet meer dan 5 ingrediënten bevatten. 
  • Kies voor duurzaam gevangen vis of gebruik de viswijzer.
  • Loop eens een keer een biologische supermarkt in, of breng een bezoekje aan een wereldwinkel of Fair Trade Shop. Al je boodschappen daar doen is misschien wat prijzig, maar het is alleen al leuk om rond te snuffelen en af een toe eens wat nieuws te proberen.
  • Kook eens een week lang zonder pakjes of zakjes. Een curry is ook prima zelf te maken en een smaakvolle tomatensoep staat in een handomdraai op tafel.
  • Zie je in de supermarkt een product staan wat je oma niet als eten zou herkennen? Laat het staan en kies voor iets dat wel op eten lijkt.
  • En last but not least...laat je niet gek maken. Extreem bezig zijn is niet nodig; een beetje bewust bezig zijn levert uiteindelijk al heel veel op.