zondag 10 april 2011

Het nieuwe werken (pt. 2)

Het nieuwe werken. Heel leuk allemaal, maar verdomde onhandig als je - zoals wij, dankzij een hack actie van onze bovenburen - tweeënhalve week van internet bent afgesloten. Zie dan nog maar eens je werkmail te checken!
Maar goed, waar waren we gebleven? Oh ja, een bloemkool uit eigen tuin. Wie met een utopie als deze een bericht afsluit, kan daar vast nog wel een nieuw ideaalbeeld tegenaan gooien. En ik zou meisje nooit genoeg niet zijn, om in dit geval dus ook gewoon rustig verder te fantaseren over hoe het in mijn ogen ook zou kunnen. Op naar het nieuwe werken deel 2!

Sinds kort ligt bij ons een boek op tafel met de volgende titel: "The case of working with your hands. Or why office work is bad for us and fixing things feels good." Hoewel ik eerlijkheidshalve moet bekennen dat ik het boek nog niet gelezen heb, intrigeert de titel me wel enorm. De schrijver van dit boek - Matthew Crawford - beweert namelijk je als mens gelukkiger wordt wanneer je je kantoorbaan inruilt door een baan waarbij je met je handen kunt werken. Op de achterflap staat geschereven: "For too long we have convinced ourselves that the only jobs worth doing involve sitting at a desk. ... Yet many of us are not suites to office life, while skilled manual work provides one of the few paths to a secure living and an independent life."


Gelukkiger worden door simpelweg handenarbeid te verrichten. Klinkt leuk en aardig, maar zou dit echt zo zijn? Gedurfde uitspraak in een kenniseconomie, waarin opleiding en status steeds meer de graadmeters voor een gelukkig en succesvol leven lijken te zijn.
Als ik om me heen kijk echter, denk ik dat deze Matthew zomaar eens een punt zou kunnen hebben. Hoe komt het namelijk dat ik zoveel leeftijdsgenoten hoor en zie, die - ondanks hun goede banen - ontevreden zijn binnen hun werk en vaak het gevoel hebben niet echt nuttig bezig te zijn? En hoe komt het, dat er zoveel mensen zijn, die zoekende zijn of roepen zo graag een keer het roer om te willen gooien en meer buiten, creatief of op een andere manier bezig te zijn? Is dit toeval, of zit hier meer achter?
Kijkend naar mezelf - inmiddels alweer bijna 5 maanden fulltime aan het kantoorwerk - merk ook ik dat ik me soms echt bij mezelf afvraag wat precies het nut is van het werk dat ik doe. Iedere ochtend ga ik braaf naar kantoor, doe mijn werk, ga naar huis en denk aan het einde van de dag: wie heb ik hier nu precies mee geholpen?

Volgens Crawford is deze vraag echter helemaal niet zo vreemd. Tegenwoordig zijn veel banen namelijk zo gespecialiseerd en zo gericht op processen, dat er nog maar weinig werknemers zijn die in hun baan kunnen zien wat ze daadwerkelijk aan de maatschappij bijdragen. Je bent als werknemer vaak een piepklein onderdeeltje van een gecompliceerd en groot geheel, en wat jouw deel precies is binnen dat geheel, dat is soms maar lastig terug te vinden. Niet gek dus dat veel mensen ongelukkig zijn in hun baan. Iedereen wil immers nuttig en van betekenis zijn. Eén van de redenen waarom Crwaford zelf zijn baan als topman van een denktank inruilde voor die van reparateur van motorfietsen.

"Een ambachtsman moet zich steeds kunnen aanpassen en improviseren", zegt Crawford. "Het werk van een ambachtsman wordt nooit herleid tot een vooraf opgestelde lijst van regels en procedures. Het leven van een ambachtsman wordt bovendien ook vaak gekenmerkt door een rij van kleine voldoeningen, telkens wanneer een opdracht met succes is afgerond. In een grote onderneming valt die tevredenheid veel minder gemakkelijk te bereiken." (bron)

Gelukkig zijn én voldoening halen uit je werk. Wie wil dat nou niet? Ik kon me al niet voorstellen dat het voor mensen echt gezond is om dag in dag uit 8 uur per dag in dezelfde houding achter de computer te zitten, e-mails tikkend over oeverloze zaken, die er uiteindelijk vaak maar weinig toe doen. Wat dat betreft zijn er tegenwoordig ook nog maar weinig 'echte' banen. En daar bedoel ik mee: banen die er echt toe doen, waarbij  je als werknemer echt iets betekent. Dokter bijvoorbeeld, of timmerman. Geen banen dus als 'interim office manager', 'human resource accountant' of andere bedachte termen voor functies met moeilijke namen, die volgens mij uiteindelijk allemaal gecreëerd zijn puur ter werkverschaffing binnen complexe organisaties.

Tja, en die werkverschaffing, dat zou nog wel eens een punt kunnen zijn waarop het prachtige plan van Crawford in duizend stukjes uiteen kan vallen. Haal al die miljoenen kantoorbanen namelijk maar eens weg. Wat dan? Al die mensen zullen wel weer aan het werk moeten. En aan 100 timmermannen of 200 dokters in één plaats zit uiteindelijk ook niemand te wachten.
Nee, hoe mooi en veelbelovend het idee van Crawford ook klinkt, ook dit is een utopie die in onze computergestuurde maatschappij waarschijnlijk nooit volledig van de grond zal komen. Maar gelukkig hoeft dit ook niet. Iedere dag babi pangang is absoluut slecht voor je, maar altijd bloemkool uit eigen tuin gaat ook vervelen. De kunst is om te verdelen, mengen en experimenteren en daarbinnen de balans te vinden. Niet 40 uur achter de computer, maar je parttime kantoorbaan combineren met die van hovenier bij de gemeente. En wie weet, ontstaat er zomaar ineens een nieuw recept: pittige bloemkool in zoetzure saus, hét recept voor een gelukkig leven!


3 opmerkingen: