woensdag 20 april 2011

Het gevoel van de Vierdaagse

De Nijmeegse Vierdaagse. Wie kent dit evenement niet? Veertigduizend wandelaars die zich vier dagen lang de blaren op de voeten lopen met 30, 40 of sommigen - de echte gekken! - wel 50 km per dag. Een week vol feest en festiviteit en waarbij de stad in twee kampen verdeel is: de wandelaars en de feestvierders.

Hoewel ik zelf redelijk sportief ben, moet ik eerlijk toegeven dat ik als Nijmeegse student de afgelopen jaren vooral de kant van de feestvierders vertegenwoordigd heb. Wonend aan de rand van het centrum, was het feestgedruis binnen handbereik en voelde ik als jonge meid meer voor het swingen op mijn dansmuiltjes, dan het voortbewegen op degelijke wandelschoenen. Liever bandjes kijken dan blaren lopen. Bovendien, wat is er als student mooier dan om 5:00 's ochtends gekke wandelaars uit te zwaaien die nog minstens 8 uur en een onmenselijk aantal kilometers voor de boeg hebben, en dan daarna zelf lekker je bedje in te kruipen? Ik kon me geen prachtigere einden aan mijn feestnachten voorstellen. Zoals gezegd: bij de Vierdaagse heb je feestvierders en wandelaars, en dat wandelen liet ik lekker aan mijn ouders over.


Tot bijna drie jaar geleden. Het was juli 2008 en de eerste dag van de Vierdaagse. Zoals gewoonlijk zat ik ergens in het centrum op het terras, waar ik mijn wandelgekke ouders bij binnenkomst zou ontmoeten voor een welverdiend drankje. Eenmaal het eerste biertje achter de kiezen, kwam daar de inmiddels beruchte vraag die mijn Vierdaagse voor dat jaar een hele andere wending zou geven: Of ik niet een keertje een dag mee wilde lopen? Eh, pardon? Ik? Met moeite probeerde ik mijn laatste slok weg te krijgen. Meelopen?! Met jullie? Maar ik heb niet getraind en heb geen wandelschoenen! Dat gaat me toch nooit lukken?
Maar het kwaad was al geschied. Deze twee wandelfanaten dulden geen nee en waren erop uit om mij uit te dagen en uit de tent te lokken. Twee biertjes later was ik om en zag ik het eigenlijk wel zitten, dat meelopen. Kon ik ook eens ervaren hoe het was daar aan de andere kant van het kamp. Niet wetende dat het andere kamp vol pijn en blaren zou zitten.

De volgende ochtend stonden ze om 6:00 voor de deur, onze Jip en Janneke op leeftijd met degelijke wandelschoenen aan. Met de slaap nog in mijn ogen pakte ik mijn rugzakje en trok ik de veters van mijn sneakers nog eens aan. De sneakers waarvan mijn moeder me nog steeds af en toe met schuin oog aankijkt ('Dat waren ook echt de minst geschikte schoenen die je had kunnen uitkiezen!') Maar goed, wat moet je anders?
Meteen met de eerste stap buiten de deur besefte ik dat dit geen plezier wandelingetje ging worden. Nee, dit was seriouss business! Alleen al op weg naar (ik herhaal: op weg náár) de start werd er al zo'n recordtempo ingezet, dat ik me afvroeg hoe dat wel niet zou zijn als we straks echt zouden gaan beginnen. Het beetje moed dat ik had zakte me al snel in mijn wandelongeschikte schoenen.


Gelukkig bleek het eenmaal gestart allemaal best mee te vallen. Met meerdere gekken sta je sterk en eigenlijk liep ik de eerste kilometers best lekker. Zelfs dat het de eerste paar uur een beetje miezerde leek me niet te deren. Ik genoot van de sfeer, de mensen en begon er zowaar een beetje plezier in te krijgen. We passeerden het 10km punt, het 20km punt en nog steeds was er niets aan de hand. Zelfs de escape van het station halverwege liet ik moeiteloos aan me voorbij gaan. Nee, mij zouden ze er niet onder krijgen. Niks met de trein terug naar Nijmegen, ik zou ze eens bewijzen wat ik waard was!
Maar 40km is ver. Vooral als je slechte schoenen aan hebt en niet bent getraind. Tel daarbij op dat Jip en Janneke niet echt aan pauzes deden (één maal een kwartier, waarbij ik amper de tijd had om even fatsoenlijk een boterham te eten), en je kunt wel raden hoe ik mij voelde op het 30km punt: KAPOT! Ik begon spieren te voelen waarvan ik het bestaan niet eens af wist en werd geteisterd door blaren die in kleine legertjes mijn tenen in beslag namen. Hoe ik de laatste tien kilometer ben doorgekomen weet ik niet meer precies, maar ik weet dat het lang, héél lang duurde voordat we eindelijk konden en mochten gaan zitten. Nog nooit voelde het uittrekken van mijn schoenen zo fijn en smaakte een welverdiend biertje zo lekker. Ik had het gehaald en daar zouden mijn kleine tenen mij nog een aantal weken aan blijven herinneren. Eerst als blaar en later in de vorm van vallende teennagels. Ik heb ruim een week geen fatsoenlijke schoenen kunnen dragen. Maar de weddenschap was gehaald en ik wist voor welk kamp ik voorlopig nog even zou blijven kiezen.

Ja, en hier zit ik dan toch, bijna drie jaar later, in mijn wandeloutfit met mijn degelijke bruine wandelschoenen. Waar je mee omgaat wordt je mee besmet en ik geloof dat het Vierdaagse virus mij nu toch te pakken heeft. Vier maal 40km is het vooruitzicht. Een weg waarvan ik inmiddels weet hoe lang die is (door schade en schande wordt men wijs!), maar die ik dit jaar wel een stuk getrainder ga lopen! Geen dronken nachten dus voor mij dit jaar, maar een waar Vierdaagse feestje aan de andere kant van het kamp. Mét een grote bos gladiolen bij de finish!




1 opmerking:

  1. Nou succes! Ik blijf voorlopig nog even lid van het andere kamp.

    BeantwoordenVerwijderen